Het was oorspronkelijk ontworpen als ‘tweelingzus’ van het Gielgud Theatre en werd in 1913 de thuisbasis van Tango Teas dat de stalls (het vloergedeelte) omtoverde tot een dansvloer met eettafels aan de zijkanten. Dit 'thee-evenement' was zeer populair bij het publiek, maar niet zo populair als de oorlogsproductie Potash and Perlmutter in 1914. Deze show vertelde het verhaal van Joden in New York en bracht meer dan 600 uitvoeringen.
In 1920 huisvestte het theater Miles Malleson's The Fanatics, dat zeer omstreden was met de anti-oorlogsretoriek en seksuele afbeeldingen. Op 24 september 1940, tijdens een succesvolle uitvoering van Rebecca, viel een bom op het theater en werd het gehele voorste deel verwoest, inclusief de achterste sectie van de stalls.
Het gebouw werd daarna alleen nog maar voor repetities gebruikt en pas in 1959 heropend, nadat de façade en de foyer waren hersteld. De facelift omvatte ook een nieuw en modern interieur dat door Brian Westwood en Sir Hugh Casson is ontworpen. Begin 1992 werden er nog meer verbouwingen uitgevoerd.
Noemenswaardige producties in het Queen's Theatre zijn onder andere de musical uit 1961 Stop the World – I Want To Get Off! met Anthony Newley, dat 485 keer werd opgevoerd. In 1966 stond Noel Coward voor de laatste keer op het podium in Suite in Three Keys. Maggie Smith en Robert Stephens verschenen in 1972 in Private Lives. In 1975 werd Otherwise Engaged 1029 keer gespeeld en 1982 zag Kenneth Branagh zijn West End debuut maken in Another Country, samen met Colin Firth.
In 1987 begon Beyond Reasonable Doubt, het eerste toneelstuk van Jeffrey Archer, aan een succesvolle periode van 17 maanden. Dit werd gevolgd door de Australische zang-en-dans show Hot Shoe Shuffle, de Stephen Sondheim musical Passion met Michael Ball en Maria Friedman, plus Masterclass met Patti LuPone.
In 1999 kocht Delfont Mackintosh, het bedrijf van theaterproducent Sir Cameron Mackintosh, het volledige eigendom van de Queen's en Gielgud theaters. De langstlopende musicallegende Les Miserables werd op 3 april 2004 van de Palace naar de Queen's Theatre overgebracht, na een onvoorstelbare periode van 18 jaar. Het is nog steeds in de Queen's te zien.